Logo van hondenschool Hagaardbos
home over ons gehoorzaamheid K.K.U.S.H. agility nog meer info sitemap


Hoe opvoeden?

home

over ons

clicker-methode

gehoorzaamheid
   algemeen
   hoe opvoeden?
   indeling klassen
   overgangsexamen
   examenreglement

K.K.U.S.H.

agility

nog meer informatie

sitemap

Bij het opvoeden van uw hond kan u zich vragen stellen zoals:
Hoe geef ik een bevel?
Een bevel geeft men met de stem. Die kan luid, stil, aanmoedigend, berispend, liefkozend, dwingend enz. zijn, naargelang de situatie.
De bevelen worden kort en bondig gegeven.
De geleider kiest zelf een bevel en behoudt dit voor altijd.
Een bevel wordt steeds voorafgegaan door de naam van de hond om eerst zijn aandacht te trekken.
Een gegeven bevel moet steeds uitgevoerd worden.
Thuis, op terrein, op bezoek worden steeds en door iedereen dezelfde bevelen gebruikt.

Klank en intonatie zijn belangrijk, de hond verstaat geen taal.

  • Belonende stem:  zacht en lief
  • Bevelende stem:  krachtig en kort
  • Verontwaardige stem:  verontwaardigd
  • Bestraffend stem:  streng , hoog, kort.

Steeds hetzelfde bevel voor dezelfde handeling. Wat éénmaal niet mag, mag nooit meer !!!

Voorbeelden : ieder kiest zijn eigen bevelen, maar zorgt ervoor dat ze kort en krachtig zijn.

Aandacht vragen:
Zit :
Liggen :
Staan :
Volgen :
Dichtvolgen:
Oproepen :
Hond in zit voor :
Hond aan de voet :
Stoppen :
Hond blijft :
Hond op zijn plaats :
hond vrijgeven :
Iets afgeven :
Apporteren
Zoeken :
Belonende bevelen :
Bestraffende bevelen
- verbod :
- waarschuwing :
Einde maken aan een handeling :
let op : dit is zeer belangrijk
zit
af, neer, liggen (niet lig : klinkt als zit)
staan, sta, recht
volg : bij vertrek
dicht + ruk indien nodig
kom hier, kom, hier
zit voor
voet
halt, stop
blijf
plaats
vrij, speel
los
apport, breng
zoek, vind
braaf, flink, goed zo

neen, foei, mag niet
wat is dat, pasop
gedaan

terug naar boven
Hoe en wanneer moet ik mijn hond straffen of belonen?
Elk goed gedrag moet ONMIDDELLIJK beloond worden en in die mate dat dit gedrag belangrijk is in het leerproces van de hond.
Belonen :
  • heel belonende en lieve woordjes toespreken
  • de hond strelen
  • spelen met de hond
  • Met hondebrokjes, doch in die mate dat het geen gewoonte wordt na elke oefening

De straf ALTIJD toepassen ONMIDDELLIJK na het vergane vergrijp. De hond kan noch teruggaan in de tijd, noch in de toekomst leven. De hond handelt nu, de laatste handeling telt.
De zwaarte van de straf moet in verhouding staan tot het vergrijp en dient ook te worden aangepast aan de hond (puppy of volwassen hond, grote of kleine hond). De straf aanpassen aan het karakter van Uw eigen dier.

Straf methode:

  • Met de stem. De intonatie van de stem, "neen", "foei", "mag niet" is heel belangrijk.
  • de hond afleggen op een strafplaats en hem verder negeren, zonder hem echter uit het oog te verliezen en wanneer hij wil opstaan hem corrigeren met strenge stem.
  • eventuele tik op de neus : bij zwaar vergrijp en ook weer aanpassen aan zwaarte van de begane fout en aan type hond. De zwaarste straf is wel bij het nekvel pakken en eens duchtig door elkaar schudden. Sla nooit Uw hond : U slaat er meer goeds uit, dan erin.
Bij bestraffing van de hond stopt u onmiddellijk wanneer hij zich op zijn rug draait met de pootjes in de lucht. De hond geeft zich geheel aan U over.
terug naar boven
Hoe is de verhouding van de geleider tegenover de hond?
U moet als geleider consequent zijn tegenover de hond.
D.w.z. : Hetgeen je hem vandaag toelaat, telt zowel voor morgen als voor de volgende dagen.
Vb.: Verblijfplaats : In het begin is de pup nog klein en dan mag hij soms in de zetel. Maar hij blijft niet klein, begint nesthaar te verliezen, die staart is soms gevaarlijk om iets af te duwen enz.
Wat gebeurt er dan ? De hond vliegt buiten, met alle gevolgen vandien, of Ohwé de geburen.
Dus is het beter van in het begin af te spreken met de pup : "Dit is uw plaatsje" en dat blijft het ook voor gans zijn leven.

U moet autoritair over hem blijven.
D.w.z. : Uw pup beschouwt U als een hond, dus vormt hij met U een soort van roedel, in die meute is er een roedelleider, en die moet U zijn en blijven.
Vb.: Als de hond in de fout gaat, is het Uw beurt om dat tegen te gaan, en desnoods hem te bestraffen.

terug naar boven
Wat is het doel van de oefeningen die worden aangeleerd op de school?
Klik hier voor een duidelijke beschrijving van de verschillende oefeningen.
Volgen :
De hond moet de geleider onder alle omstandigheden en in verschillend tempo volgen.
Wanneer de hond optimaal volgt, kan de geleider aandacht schenken aan het verkeer, rustig andere mensen, honden of dieren kruisen, kan links of rechts afdraaien, traag of snel lopen om een auto te vermijden enz.
Bij het volgen zonder lijn heeft de geleider de handen vrij voor vb. Kinderen, pakjes enz.
Een geleider die op straat loopt met een hond, waaraan hij voortdurend moet sleuren en trekken, heeft het zelf zeer moeilijk en is hinderlijk voor anderen.

Weigeren van voedsel :
Een hond die onder alle omstandigheden een lokaas weigert, loopt nooit het gevaar vergif toegediend te krijgen, of om iets op te eten dat slecht voor hem is.

Blijven (liggen) :
Blijven liggen op de plaats waar de baas hem achterlaat.
Deze oefening berust voor een groot deel op het vertrouwen tussen baas en hond.
Nut :

  • Ergens binnengaan waar honden niet toegelaten zijn.
  • Helpen bij een ongeval.
  • Praten met mensen die bang zijn van honden.

Houdingen :
Steeds de houding aannemen die de geleider beveelt.
Nut :

  • Tijdens de wandeling moet halt gehouden worden bij modder of plassen, om te voorkomen dat de hond gaat zitten of liggen, geeft men het bevel "STA". Men voorkomt een modderbad.
  • Bij het ontmoeten van andere mensen gaat de hond zitten of liggen, zo kunt U rustig een praatje slaan.

Voorstellen (tandjes tonen) :
Deze oefening is zeer nuttig bij een bezoek aan de dierenarts, voor het nakijken van de tanden of voor het toedienen van medecijnen.
Ook belangrijk is, Uw machtspositie tegenover de hond te laten blijken.

Apporteren :
Onder alle omstandigheden een gevonden voorwerp terug brengen.
Nut :

  • Gevaarlijke of giftige voorwerpen bij baasje brengen en zo ernstig letsel voorkomen.
  • Ook het spelaspect is bij deze oefening zeer belangrijk.
terug naar boven
vorige pagina volgende pagina