De teling en de oogst

Teneinde een kwaliteitsproduct te kunnen aanbieden, dient er vooraf toch wel een inspanning geleverd te worden. Voor de "Doxen" geen probleem, de wijnbouw is in de eerste plaats hun hobby, een "begeisterung", en streeft men in zijn hobby geen perfectie na? Bij de wijnbouw in het Hageland speelt niet zozeer het klimaat dan wel de bodem een rol: de bodem geeft een eigen karakter aan de wijn. Zo zal dezelfde druivelaar, in hetzelfde klimaat maar op een andere bodem, een andere wijn geven.

Een overzicht

1:de bodem   

2:het klimaat 

3:de oogst    

4:de wijnbereiding 

                                 1: de bodem

Op een vruchtbare bodem groeit een druivelaar zeer goed en geeft vele vruchten. Dit gaat echter ten koste van de kwaliteit. De Hagelandse bodem met zijn leem, zand en ijzerzandsteen neemt overdag de warmte op en geeft die 's nachts weer af. De leemlaag maakt de wijn diep van kleur. Ook van belang is dat de grond water en lucht doorlaat, hij mag dus niet te zwaar zijn.

                                  2: het klimaat

De weersomstandigheden hebben zoals bij elke fruitsoort een grote invloed op de druiventeelt. Het Hageland, gelegen op de 51ste breedtegraad, krijgt gemiddeld voldoende uren zonneschijn om een witte kwaliteitswijn te kunnen produceren. Aan water is er zeker geen gebrek en hier loert het gevaar van te waterige druiven. Het grootste gevaar schuilt echter in de vorst (niet Albert), die tijdens het uitlopen van de botten (mei) en de bloeiperiode van de druiven (juni), nogal wat schade kan veroorzaken. De druivelaars verdragen temperaturen tot -30 ° C.

                                    3: de oogst

Na het snoeien en uitdunnen (een beperkte oogst geeft een betere kwaliteit), volgt het langverwachte moment van de oogst begin oktober. In het Hageland is de druif in principe rijp 110 dagen na de bloei, wat kan verschillen van soort tot soort en van jaar tot jaar. Het plukken gebeurt manueel en bij aankomst in de vinificatieruimte worden de druiven geperst in een horizontale pneumatische pers. 

                                     4: de wijnbereiding

Witte wijn kan zowel van rode als van witte druiven gemaakt worden. Een aantal Hagelandse wijnbouwers maakt een heerlijke witte wijn van de rode "Pinot Noir"-druif. Bij het persen moet de "most" (druivensap) 24 uur rusten om te bezinken en dan wordt de wijn overgeheveld in vaten en kan het gistingsproces beginnen. In het Hageland worden de wijnen droog gevinifiëerd, d.w.z. dat alle suikers worden omgezet in alcohol. Voor het bekomen van de appelatie zegt de wetgever dat het suikergehalte ten minste 53° Oe moet bedragen. De waarden in het Hageland liggen heel wat hoger maar verschillen aanzienlijk naargelang het druivenras. Als de wijn is uitgegist volgt een eerste oversteek en krijgt hij een zestal weken tijd om uit te klaren. De wijn moet dan "overzomeren" tot in november en is dan bottelrijp. Na het bottelen nog enkele maanden rust en dan.... hmmm, lekker, lekker, lekker, een pareltje van Doxwijn !!!