De ahl al-bayt 

Voor de volgelingen van Imam Ali bestaat de erfenis van Mohammed niet alleen uit de Koran. De profeet heeft bij Ghadir Khum zelf gezegd:”ik zal jullie twee waardevolle zaken nalaten, en als jullie beide zaken getrouw blijven, dan zullen jullie na mijn heengaan nooit de verkeerde weg opgaan. Deze zaken zijn het Boek van Allah en mijn nageslacht (Alh al-bayt). De twee zaken zullen nooit van elkaar gescheiden worden totdat ze bij mij in het paradijs komen.”

 De Profeet waarschuwde ook voor de vijanden van de ahl al-bayt.

“Mijn ahl al-bayt is als de ark van Noah. Een ieder die zich met haar inliet, werd gered, en een ieder zich van haar afwendde, is vergaan.”

De analogie met de ark van Noah geeft aan dat een ieder die de ahl al-bayt respecteerd, lief heeft en haar richtlijnen accepteert, verlost zal worden van zonde en ellende, en zijn die zich tegen de ahl al-bayt keren, zullen omkomen van zorgen en problem. 

Mohammed heeft nogal wat familie, maar ze behoren in de shi“itische visie niet allen tot de ahl al-bayt Mohammed had meerdere vrouwen. Polygamie is eenuwenlang een normaal verschijnsel geweest in veel samenlevingen. De Joodse koning Salomon had 700 vrouwen en 300 concubines, David had 99 vrouven en Jacop vier. Ook bij de  christenen was polygamie normaal. Pas in de zevende eeuw keerde de christelijke kerk zich tegen polygamie.

 Mohammed leefde lange tijd een monogam leven. Hij was getrouwd met Hadrat Khadija (Hatice) Pas na de dood van Khadija, nam hij meer vrouven, in totaal tien, waaronder een docter van de eerste kalief Abu Bakr (Aisha-Ayse) en een van de tweede kalief Omar bin Khattap (Hafsa). Muhammed nam de vrouwen om verschillende redenen. Liefde is slechts een reden. Soms speelden ook diplomatieke motieven een rol. Zo trouwde bij met Mariya Qibti, een slavin die hem aangeboden werd door de koning  van egypte. In andre gevallen nam hij weduven van moslimstrijders die in de oorlog gesneuveld waren en hulpbehoevend werden tot achtgenote.

Muhammed kreeg twee zonen en vier docters met Khadija en een zoon bij Mariya Qibti. Alle zonen stierven reeds als kind. Twee dochters trouwden met de derde kalief Uthman (Osman) eerst Ruqayya en na haar dood haar zuster Umm Kultum- Ummi Gulsum.) Met uitzondering van Fatima stierven alle dochters voor Mohammed. Fatima stierf zes manden na haar vader. Mohammed had een kleinkinderen van zijn oudste docter Zeynep en vier kleinkinderen van zijn jongste dochter Fatima en zijn schoonzoon Ali: Hassan,Husseyin,Muhsin en zeynep. Hassan en Husseyin zouden Imam Ali later als imam opvolgen. 

De beperking van de ahl al-bayt tot Mohammed, Fatima, Ali, Hassan en Husseyin was al duidelijk bij het incident van de vloekwedstrijd met de christenen. De mensen van de mantel waren feitelijk de ahl al-bayt. In de uitspraken over de ahl al-bayt heeft Mohammed steeds verwezen naar zin dochter, Zijn schoonzoon Imam Ali en zijn twee kleinkinderen Hassan en Husseyin en niet naar de andere kleinkinderen. 

Als de opvoging van de profeet een kwestie is van roeping en karakter en niet van verkiezing, dan is het niet verwonderlik dat de ahl al-bayt daarin een belangrijke rol speelt. Want de vorming van een karakter en het opleiden van toekomstige geestelijke leiders vint in de ahl al-bayt. 

De verdere ontwikkeling van het geestelijk leiderschap bij de shi“ieten lijkt in tegenspraak te zijn met deze gedachte. De twaalf imams die het geestelijk leiderschap  vervullen bij de shi“ieten zijn allen nakomelingen van Ali. Is het leiderschap dan een kwestie van erfopvolging in plaats van roeping en karekter?

De shi“ ietenhouden vol dat dat niet het geval is, en wijzen op verschillende nakomelingen die geen imam zijn geworden. Zo werd de tweede imam Hassan niet opgevolgd door zijn kinderen, maar door zijn broer Husseyin. En dat kwam door ziyn roeping en karater. Bij alle imams is er sprake van een houding en gedrag die rechtvaardigt dat zij het geestelijk leiderschap van de moslims verdienen.