Home - Programma - Artikels - Activiteiten - Contacteer ons

Welke weg vooruit na Genua?

De bloedige gebeurtenissen op de G8 top in Genua betekenen een keerpunt voor de anti-kapitalistische beweging. De leiders van de acht rijkste landen verblven in luxe-cruises met een vijfsterrenrestaurant. Zij konden enkel vergaderen achter een immense barrikade. Op hetzelfde ogenblik schoot de politie een jonge betoger dood en werden honderden anderen brutaal aangevallen.

Na Genua zal de G8 de volgende top organiseren in een verlaten gebied in de Rocky Mountains in Canada… In november zal de Wereldhandelsorganisatie vergaderen in Quatar. De vertegenwoordigers van het globale kapitalisme beweren dat ze niet wegvluchten van de anti-kapitalistische protesten, maar velen zullen daar anders over denken. Hoe ver die leiders echter ook mogen vluchten, het anti-kapitalisme zal niet verdwijnen. Het feit dat internationale instellingen meer en meer onder vuur liggen is een uitdrukking van een groeiende vervreemding, vooral bij jongeren, van het kapitalisme en haar instellingen.

Toen Carlo Giuliani vermoord werd verwierp Tony Blair de oproep om te top uit te stellen. Volgens Blair moesten de politici hun «democratische» opdracht verderzetten. Het is echter net omwille van het feit dat Blair en co mee verantwoordelijk zijn voor een ondemocratisch systeem dat ongelijkheid, onrechtvaardigheid, milieuproblemen, schulden of armoede met zich mee brengt, dat de anti-kapitalistische beweging blijft groeien. In de afgelopen drie jaar hebben zo’n 3 miljoen mensen betoogd in meer dan 20 landen!

Uit een Britse opiniepeiling bleek dat 67% dacht dat grote bedrijven meer macht hebben dan de regeringen. 76% dacht dat voor die grote bedrijven winst het belangrijkste is. Jongeren en arbeiders die in actie komen beginnen te beseffen dat ook zij anti-kapitalistisch zijn.

Na Genua is de discussie belangrijk over een weg vooruit voor de anti-kapitalistische beweging. In Genua waren er minstens 700 verschillende organisaties actief die deelnamen aan de protesten. Van bij het begin omvatte de anti-kapitalistische beweging verschillende groepen en ideeën. Verschillende standpunten over strategie en taktieken waren er reeds voor Genua. Een aantal groepen (zoals ‘Drop the Debt’ en Oxfam) weigerden om deel te nemen aan de grote betoging van 21 juli in Genua omdat ze vreesden dat de betogingen zouden overgenomen worden door ‘gewelddadige anarchisten’. De discussie over geweld is belangrijk, maar de belangrijkste verschilpunten zijn niet diegene over geweld. Een grote meerderheid van de betogers begrijpt dat met individueel geweld de beweging niet vooruitgeholpen wordt. Ook al wordt natuurlijk het politiegeweld verworpen weet een grote meerderheid dat individueel geweld van de betogers zal gebruikt worden door de politici om de repressie tegen de betogers op te drijven.

Andere debatten zijn van groter belang. Terwijl woordvoerders van de anti-kapitalistische beweging zoals de journalist Naomi Klein de spontaneïteit van de acties ophemelen, komen meer en meer jongeren tot de conclusie dat ze beter georganiseerd moeten zijn. Terwijl andere ‘leiders’ op een naïeve wijze pleiten voor een ‘meer humaan kapitalisme’ en voor het hervormen van instellingen als het IMF en de Wereldbank kijken radicale jongeren en groeiende lagen onder de arbeiders uit naar een meer fundamentele verandering.

Directe acties en anti-kapitalistische protesten aan de instellingen van het globale kapitalisme doen het bewustzijn bij velen groeien over de terkortkomingen van het kapitalisme. Maar die acties op zich zullen het kapitalisme niet ten val brengen. Zelfs al moeten de vertegenwoordigers van die instellingen naar uithoeken van de wereld om te kunnen vergaderen, ze zullen blijven samenkomen om ons leven te controleren.

Om een einde te maken aan het kapitalisme zullen massale bewegingen nodig zijn van geradicaliseerde jongeren, de stedelijke en landelijke armen in de zogenaamde ontwikkelingslanden en daarbij moeten de arbeiders een centrale rol spelen. Twee algemene stakingen in Griekenland brachten eerder dit jaar het land tot stilstand als protest tegen de afbraak van de sociale zekerheid. Daar werd aangetoond dat de arbeiders niet zomaar één van de ‘drukkingsgroepen’ zijn, maar een doorslaggevende kracht met de potentiële kracht om de samenleving te veranderen.

Met de ontwikkeling van een wereldwijde economische recessie vormen de anti-kapitalistische protesten een voorsmaakje van de grotere strijdbewegingen die ons te wachten staan. We zullen proberen de anti-kapitalistische beweging zoveel mogelijk te linken aan de arbeidersbeweging. Anti-kapitalisme is niet voldoende. We moeten ook duidelijk zijn over waarvoor we opkomen.

Socialisme betekent het wegnemen van de controle van de multinationals en de rijke elite en het vervangen door een democratische geplande productie waarbij de behoeften van de bevolking centraal staan en niet de winst van een kleine minderheid. De strijd voor socialisme is de enige weg vooruit !