Harald Venhuis over:

Nazificering van de overheidsorganen in de provincie Groningen



Een Duitse verordening die van grote invloed is geweest op het wegvoeren van de Joodse medeburgers is de verordening 152/1941 van de Rijkscommissaris welke op 1 september 1941 van kracht werd.

( )
Deze ging over de nieuwe bestuursstructuur voor de provincie en de gemeenten. Hierbij werden de bevoegdheden van zowel de Provinciale Staten als de Gemeenteraden buiten werking gesteld. Alleen de Commissaris van de Provincie en de Burgemeesters werden in het nieuwe systeem verantwoordelijk voor het bestuur.

()
De Commissaris van de Provincie Groningen was de heer Ebels, die op 4 maart 1942 werd opgevolgd door de NSB-er C.F.Staargaard. Van de 57 Burgemeester werden er in september dat jaar 37 vervangen door overwegend Burgemeesters welke lid waren van de NSB of er sympathiek tegenover stonden. De overigen die mochten aanblijven waren, of zouden allen meer of minder meegaande handlangers worden.

( )
In de functie van Procureur-Generaal in Leeuwarden, onder wiens leiding het gehele programma voor de Joods-etnische zuivering werd uitgevoerd, zijn in de oorlogsjaren meerdere functionarissen actiek geweest. Tot 14 februari 1942 was dit de heer D. Reilingh. Deze kreeg toen op zijn verzoek eervol ontslag. Het is niet onmogelijk dat deze toen meer zicht kreeg, dat hij als een marionet in het nazisysteem gebruikt zou gaan worden.
Hierna werd de Super Procureur-Generaal te Amsterdam tijdelijk belast met de waarneming in Leeuwarden. Dit was de zeer bekende figuur mr. J. Feitsma van de bekende bordjes Voor Joden Verboden.
Na hem zien we op 8 mei 1942 de naam A. Semplonius als de Procureur-Generaal in Leeuwarden verschijnen. Onder leiding van deze PG vond de totale Joods-etnische zuivering van de drie noordelijke provincies plaats.

( )
Vooral door de ambtenaren op het parket van de Procureur-Generaal moeten bergen verzet zijn aan werk, om de gehele deportatie van de Joodse gemeenschap in Groningen, Friesland en Drenthe in goede banen te leiden.

( )
De Commissaris van de Provincie, C.F. Staargaard, sinds 4 maart 1942 in functie, was betrokken bij de registratie der Joden en bij het opnieuw gebruiken van de ïjodenwoningenÍ en de registratie van de inventarissen.
Vervolgens de Beauftragte, Dr. H. Conring. Hij werd over alle deportaties en de daardoor vrijgekomen zg. Jodenwoningen geinformeerd door de burgemeesters.

( )
Een van de afdelingen van de Sicherheitspolizei (in het Scholtenhuis aan de Grote Markt in Groningen) was de Afdeling voor de Jodenevacuatie, onder leiding van de toen nog niet zo bekende en later zeer beruchte Referatleiter Robert Lehnhoff. We mogen aannemen dat Lehnhoff de man was die de leiding had bij alle transporten van de Joodse inwoners vanaf de stations van Groningen en Winschoten naar het doorgangskamp Westerbork.

-----------------------------62434399688110 Content-Disposition: form-data; name="userfile"; filename=""