|
|
 |
Harald Venhuis over:
Gijzelingsfase in 1942
( )
In een brief van Rauter aan Himmler van 24 september 1942 werd zijn plan uiteengezet en als volgt weergegeven:
In diesen Werkveruiminglagern sind ca. 7.000 Juden. Wir hoffen zum 1. October auf 8.000 Juden zu kommen. Diese 8.000 Juden haben ca. 22.000 Angehörigen im ganzen Lande Holland.
Am 1. October werden schlagartig die Werkveruimingslager von mir besetzt, und am selben Tag die Angehörigen draussen verhaftigd und in die beiden grossen neuerrichteten Judenlager in Westerbork und Vught eingezogen werden.
Op deze brief met dit duivelse plan maakte Himmler op 26 september zijn aantekening Sehr gut!
Heel duidelijk blijkt hieruit dat de hele zg. Werkverruimingsaktie niet meer is geweest daan een stuk camouflage van misdadige plannen. Zo was het mogelijk om in de eerste fase bijna alle weerbare mannen van 15 tot 60 jaar als gijzelaars in handen te krijgen.
Dit is de kern geweest van de bijna volledige vernietiging van de Joodse bevolking van Groningen.
Dit door Rauter zeer globaal omschreven plan werd door de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung in Amsterdam verder uitgewerkt. De verdere uitvoering van deze plannen in Groningen, Friesland en Drenthe werd overgedragen aan de Procureur-Generaal in Leeuwarden. Vervolgens werden ook de Gewestelijke Arbeidsbureaus ingeschakeld.
De Burgemeester als hoofd van de plaatselijke politie zorgde vervolgens met deze politie voor een punctuele uitvoering.
Als camouflage waren er verder de pseudo-keuringen van de Joodse mannen. Evenzo waren er de Rijkswerkkampen, welke in werkelijkheid geen werkkampen waren, maar gijzelaarskampen.
Als de meest beslissende daatum moet die van 10 juli genoemd worden, toen werden er ongeveer 850 Joodse mannen uit de gehele provincie in de Rijkswekkampen en in Westerbork gegijzeld. Maar met hen werden daardoor ook ongeveer 2500 gezinsleden meegegijzeld!
( )
Deze groepen gegijzelden van de ongeveer in totaal 3000 Joodse inwoners uit de provincie Groningen veertegenwoordigden het meest ïweerbareÍ deel van de Joodse bevolking. Daardoor was deze gemeenschap ook voor het grootste deel verland en uitgeschakeld.
( )
Alle werkkampen bleken gijzelaarskampen te zijn en waren de wachtkamers van de dood.
|
|
