|
|
 |
Harald Venhuis over verdwenen archiefstukken:
Bronnenonderzoek
In geen enkel gemeentearchief waren de documenten over Jodenvervolging compleet aanwezig. Hierbij bleek dat de meest belangrijke, maar ook de meeste belastende documenten vaak niet meer aanwizig waren.
Waarschijnlijk zijn er nog tijdens de oorlog, of kort daarna, toen langzamerhand zichtbaar werd, wat er met de Joodse inwoners was gebeurd, bijna alle voor de burgemeesters en de politie belastende documenten vernietigd.
( )
Het Rijksarchief van Groningen is zeer beperkt toegankelijk te aanzien van dit onderwerp. Een student uit Israel, die met mij ook in de studiezaal aanzwezig was en de discussie over het al dan niet ter inzage geven van archiefstukken aanhoorde, was hoogst verbaasd omtrent de geheimzinnigheid waarmee het onderwerp Jodenvervolging in 1999 nog was omgeven.
Wat uiteindelijk na schriftelijk verzoek ter inzage wordt gegeven was ook nog van zeer beperkte betekenis.
Daarentegen staat het Rijksarchief van Friesland veel meer open voor onderzoeken omtrent de Jodenvervolging.
( )
De meest belangrijke documenten ten aanzien van de Jodenvervolging moeten hopelijk nog aanwezig zijn in de archieven van de volgende instantie in Leeuwarden:
Procureur-Generaal, teven fgd. Gewestelijk Directeur van Politie.
( )
De uitgaande circulaires van de PG, ten aanzien van de Jodenvervolging hebben alle als brief-code de hoofdletter B (voor Bijzonder).
( )
Ook de archieven van de Gewestelijk ArbeidsbureauÍs zijn van groot belang voor het onderzoek van de Jodenvervolging.
Van het GAB Winschoten is echter bekend dat daar een aantal jaren geleden alle stukken uit de oorlogsjaren zijn vernietigd.
( )
Verder bleek bij het archiefonderzoek dat de stukken omtrent de Jodenvervolging vaak behoorden tot het ïcabinetÍ van de birgemeester en daardoor meestal niet als de overige stukken van de gemeente werden geregistreerd.
( )
Het meeste belangrijke onderzoek zal echter gericht moeten zijn op de archieven van de Procureur-Generaal (als Fungerend Directeur van Politie) en van de latere Gewestelijke Politie President te Leeuwarden.
Het archief van de PG is de meeste belangrijke bron ten aanzien van dit onderwerp. Alle details ten aanzien van de Jodenvervolging in Noord-Nederland moeten daar in de jaren 1940-1945 zijn vastgelegd.
Zie ook Overzicht missende archiefstukken
|
|
