Het Conflict

Na de onafhankelijkheid van Macedonië in 1991 zijn er zware politieke discussies gaande tussen de twee grootste bevolkingsgroepen, de Macedoniërs en de Albanezen. Inzet: een einde maken aan de discriminatie van de Albanese minderheid. De Albanezen willen dat de grondwet wordt aangepast om zaken vast te leggen zoals gelijke rechten voor Albanezen en Macedoniërs, erkenning van de Albanese taal en een betere verdeling van overheidsbanen tussen beide groepen.

Deze gesprekken verlopen moeilijk met als resultaat dat de ethnisch Albanese minderheid steeds militanter wordt. Dit escaleert en vanaf februari 2001 woedt er in het noorden van Macedonië een gewapend conflict tussen een strijdgroep van de Albanezen (UCK M) en het Macedonische leger. Onder grote internationale druk wordt begonnen met onderhandelingen.
De internationale gemeenschap is namelijk bang dat het conflict zich uitbreidt naar Kosovo en naar Albanië en Montenegro, waar ook veel Albanezen wonen. De onderhandelingen slagen en in augustus 2001 wordt het Akkoord van Ohrid ondertekend. In dit akkoord staan maatregelen die de positie van de Albanezen en alle andere minderheden in Macedonië moet verbeteren.

TERUG