Inemieneke's paddestoelen, planten, bloemen in natuurgebieden. |
|||
Schwienswei |
Op dit web ga ik laten zien wat ik in de natuur aan planten en paddestoelen vind en wat ik zoal gefotografeerd heb. Alle foto's worden door mij en mijn vriend gemaakt. Wij zijn nu in het bezit van een Fuji camera en zijn daar dik tevreden over. Schwienswei is het natuurgebied waar ik het dichts bij woon hier in Sittard. Hieronder aan de pagina staan linkjes naar een andere pagina"s waar paddestoelen staan die door mij gefotografeerd zijn.
|
||
Paddestoelen, de zelfstandige
natuurbeheerders Paddestoelen vormen een onmisbare
schakel in het ecosysteem. Door luchtverontreiniging (o.a. zwaveldioxide),
sterke vermesting (stikstof), en verzuring is de paddestoelenflora in veel
bos- en weidegebieden sterk achteruitgegaan. Vooral de symbionten —
dat
wil zeggen soorten die samenleven met bomen en andere groene planten —
hebben
hiervan te lijden. Het gevolg is dat die bomen en planten hun vitaliteit
verliezen en op de duur dood kunnen gaan. De paddestoelen zijn daarom een
belangrijke milieuindicator. Een voorbeeld is de
groep van de Parasieten: De parasieten
behoren tot de grote groep schimmels die beschadigde, zieke of niet meer
vitale bomen en planten opruimen. De natuur duldt immers geen zwakte: wat niet
sterk is, moet verdwijnen. Parasieten
komen vooral voor in de monotone bossen die in onze streken zijn aangeplant.
Zij zorgen er voor dat de diversiteit in het bos bewaard blijft. Het is alsof
deze schimmels in de gaten houden of er iets misloopt en ingrijpt
en waar dat nodig is.
Een zeer bekende parasiet is de honingzwam. Deze op zich wel nuttige zwam is
tegelijkertijd een van de meest gevreesde parasieten van naald- en loofbossen.
Indien de honingzwam zich eenmaal in een bos gevestigd heeft, groeit haar
mycelium door de bodem van het hele bos heen, klaar om toe te slaan waar de
kans zich voordoet. Als de honingzwam parasitair actief is, gaat haar mycelium
over tot wat het rhizomorfe stadium genoemd wordt. In deze fase Bij dode omgevallen
bomen kunt u dit goed waarnemen als u een stuk schors wegbreekt. Het mycelium van de
honingzwam kan gemakkelijk van de ene boom naar de andere voortwoekeren. De
sporen zijn in dit geval van ondergeschikt belang. Een ander voorbeeld
is de groep van de Saprofyten. Afgevallen bladeren,
dood hout, kruidachtige resten enz. worden door deze schimmels afgebroken. De
voedingselementen die daarbij vrijkomen zijn de bouwstoffen waaruit nieuwe
organismen ontstaan. Dood organisch
materiaal bevat meestal ook moeilijk afbreekbare stoffen. Veel saprofyten zijn
gespecialiseerd in het opruimen van bepaalde soorten daarvan. Als we bijvoorbeeld
op een dode stam of tak achtereenvolgens verschillende ‘vruchtlichamen’
(paddestoelen dus) zien verschijnen, wijst dit erop dat verschillende
schimmelsoorten bij het afbraakproces betrokken zijn of betrokken zijn
geweest. Diverse bacteriën zorgen er vervolgens voor dat de vrijgekomen stoffen
(stikstofverbindingen) verder worden getransporteerd. Een derde groep, tenslotte, is die van
de Ectomycorrhiza-paddestoelen. Paddestoelen zijn de vruchtlichamen van
schimmels. Ruim 90% van onze bomen en andere groene planten zijn ervan
afhankelijk. Bij de symbiose (samenleving) van schimmels met bomen en groene
planten zorgen deze schimmels ervoor dat de partners voldoende water en
voedingsstoffen krijgen (mineralen, stikstof, fosfor en kalium). Deze stoffen
zijn onontbeerlijk voor de ontwikkeling van de groene planten. Zelf zijn ze
niet of amper in staat om er in voldoende mate voor te zorgen. In ruil daarvoor
krijgen de schimmels koolhydraten die zij nodig hebben voor de opbouw van de
zwamvlok (mycelium), daar ze zelf deze stoffen niet kunnen aanmaken door
middel van fotosynthese. Bij andere vormen
van symbiose tussen planten en schimmels worden er geen vruchtlichamen
(paddestoelen) gevormd. Deze primitieve vormen van symbiose vinden we
bijvoorbeeld bij varens, orchideeën, de gewone es etc. en de korstmossen. Is de symbiose
verstoord —
bijvoorbeeld
door luchtvervuiling —dan kan de schimmel dermate
aangetast warden dat zij afsterft: met als gevolg een ernstige bedreiging voor
de vitaliteit van de groene planten en uiteindelijk voor hun levensduur. Uit het bovenstaande
moge duidelijk zijn dat de mycologie (‘paddestoelenleer’) voor geïnteresseerden
een onuitputtelijke bron van wetenswaardigheden is. Onderzoek —
bijvoorbeeld
het hele jaar door inventariseren of jarenlang speciaal de ontwikkelingen in
verschillende biotopen volgen — zal bijdragen tot
meer kennis over onze paddestoelen. Denkt iemand in die
richting: in Limburg bestaat een Paddestoelen-Studiegroep (PS.L.), een
studiegroep van het Natuurhistorisch Genootschap Limburg. (Secr. PS.L:
Palestinastraat 34, 6418 HJ Heerlen; 0455426882). Al meer dan 25 jaar
houdt de studiegroep zich bezig met het bestuderen van de paddestoelen die in
onze provincie voorkomen. Zij neemt ondermeer deel aan het carteringsprogramma
van de Mycologische Vereniging Nederland.
Daarnaast voert de groep, in samenwerking met de Mycologische Vereniging en
het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), het ‘monitorprogramma’ uit,
dat de ‘telsoorten’ inventariseert. Een dergelijk programma laat de
ontwikkeling zien van de Nederlandse paddestoelenflora. Het toont bijvoorbeeld
aan welke soorten achteruitgaan of welke geheel verdwijnen. Vooral soorten die
op de rode lijst staan verdienen uiteraard de aandacht. Persbericht Schimmel
van 1500 voetbalvelden groot Een Armillaria
ostoyae, een reusachtige, honingzwammen vormende schimmel, in de Amerikaamse deelstaat
Oregon is het grootste organisme ter wereld. Het strekt zich uit over een
oppervlakte van 1500 voetbalvelden. Een
woordvoerster van Staatsbosbeheer in Corvallis heeft de vondst bekend
gemaakt. De 2400 jaar oude schimmel gaat gemiddeld tot negentig cm in de
bodem. Schimmels als deze hebben dus een nog veel grotere levende massa dan de
blauwe vinvis, het grootste dier ter wereld, en de enorme Californische
Redwoodeik, de grootste plant. Zij bestaan voor het overgrote deel onder de
aarde en voeden zich met wortels van bomen en planten. De aan de ostoyae
verwante schimmelsoort Armlllaria mellea, die ook paddestoelen vormt, komt ook
in Nederland en België zeer algemeen voor. Samenvatting
door Piet de Vree. Literatuur: Keizer, GjPaddestoelenencyclopedie 1997 Rebo Productions, Lisse
|
|||
|
Grotelsbos
|
Bunderbos
|
Mijnweg
|
Maria Hoop | Tudderenderbos | Limbrichterbos |