En ik ben met mijn Katootje


En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat geweest, en zij kon
maken wat zij zag.     Zij kon maken wat zij zag (nog 2x)

 En zij maakte mij plots een schuiftrompet, een schuiftrompet, pardoes.
Retteketet, retteketet, zei die schuiftrompet.(2x)

En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat geweest, en zij kon
maken wat zij zag. En zij maakte mij een trommeltje.
Rommelerom, rommelerom, zei dat trommeltje.

En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat geweest, en zij kon
maken wat zij zag. En zij maakte mij een foekepot.
Goeze, goeze,goeze,goeze, zei die foekepot.

En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat geweest, en zij kon
maken wat zij zag. En zij maakte mij een basviool.
Hompe, hompe, hompe, hompe, zei die basviool.

En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat geweest, en zij kon
maken wat zij zag. En zij maakte mij een wafelmeid.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei die wafelmeid.

En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat geweest, en zij kon
maken wat zij zag. En zij maakte mij een zeematroos.
Potverblomme, potverblomme, zei die zeematroos.

Na elke strofe:

Vigoliene, Vigoliene,Vigoliene, Vigoliene, 

en mijn deern die heet Katriene (2x)

 

terug naar de LIEDJESBIEB