Home Club Tenue Logo Spelers Stadion

CLUB

NEC staat voor Nijmegen Eendracht Combinatie en werd op 15 november 1900 opgericht. Het is niet de oudste voetbalclub van Nederland. Een stuk of veertig voetbalverenigingen bestaan langer. Maar NEC is toch uniek. Het was voor zover bekent de eerste voetbalvereniging die werd opgericht door 'gewone' arbeiders, echte volksjongens.

Voetbal was in 1900 al aardig populair, maar het clubvoetbal was nog een echte elitaire bezigheid. Verenigingen als UD (Deventer), Quick (Nijmegen), Sparta, Vitesse en dergelijke waren dan ook allemaal opgericht door de zoons van rijke industriëlen, middenstanders en andere notabelen. De oprichters van NEC hadden een heel andere achtergrond. Zij kwamen zonder uitzondering uit de oude Nijmeegse Benedenstad, destijds niet veel meer dan een krottenwijk, de plaats waar de armste mensen woonden. Voetballen deden de jongens uit de Benedenstad iedere dag. Niet op een veld, maar op straat en het liefst op de Waalkade.

Uniek was het vooral dat een aantal van die jongens op 15 november 1900 het besluit nam om een eigen voetbalclub op te richten. Ze deden het helemaal zelf, zonder hulp van buitenaf. Ze verzonnen de naam Eendracht en besloten dat voortaan iedere week een contributie van welgeteld 2 cent betaald zou worden. Voor dat geld werd eens in de zoveel tijd een nieuwe bal gekocht.

In de eerste jaren speelde Eendracht alleen maar wedstrijdjes tegen vriendenploegen uit andere delen van Nijmegen. Het ploeggie uit de Benedenstad bleek aardig te kunnen ballen. Toen er in 1903 een Nijmeegse Voetbalbond werd gevormd, werd Eendracht gelijk kampioen en promoveerde daardoor naar de Geldersche Voetbalbond. Toen werd het voetbal een serieuze zaak, zeker nadat twee jaar later promotie naar de tweede klasse van de KNVB volgde.

De naam NEC kwam in april 1910 tot stand. Eendracht fuseerde in dat jaar met een club die Nijmegen heette. Nijmegen had slechts twee jaar bestaan en was eigenlijk opgericht door leden van Quick die zich absoluut niet thuis voelden bij die elitaire vereniging. De Nijmegen Eendracht Combinatie leek een gouden vondst. De club had veel leden, veel goede voetballers en een aantal goede bestuurders.

Oprichters
NEC is eigenlijk door drie mensen opgericht: August Lodenstijn(links), Wouter van Lent(rechts) en Anton Kuijpers(midden). Zij richten NEC op, enkel om te kunnen voetballen. Ze hadden dan ook geen enkel idee wat zij teweeg zouden brengen met hun voetbalclub 'Eendracht'. Velen jonge mannen voetbalde iedere dag met een prop kranten, en later met een gevonden tennisbal, op een pleintje, straathoek of wat voor terrein ook. Het zal altijd een raadsel blijven waarom de jongens zomaar op het idee kwamen een club op te richten. Dat was in die tijd verre van normaal, zeker wanneer het jongens betrof uit een gewone volksbuurt. Wat het drietal gemeen had was dat ze alledrie gek op voetbal waren, een enorm doorzettingsvermogen hadden en konden organiseren. Dat bleek later wel.

Anton Kuijpers overleed in 1939. Guus Lodenstijn zou uiteindelijk 25 jaar als voorzitter van zijn eigen club dienen. Telkens wanneer er moeilijke tijden aanbraken, werd er weer beroep op hem gedaan. Lodenstijn komt ook de eer toe dat hij wordt gezien als de echte vader van de vereniging. Volgens de verhalen was hij het ook die de naam Eendracht bedacht. Lodenstijn was de eerste voorzitter van zijn eigen club. Tot en met 1903 hanteerde hij die functie. In 1915, toen NEC op sterven na de dood was door alle problemen die de eerste wereld oorlog met zich meebracht, werd hij weer gevraagd de hamer te hanteren. Maar liefst 16 jaar achtereen leidde hij daarna de club. Het was de periode waarin het fundament onder NEC werd gelegd.

Wouter van Lent was degene die de jeugdafdeling op zich nam. De oprechte clubman zorgde als jeugdtrainer ervoor dat NEC halverwege de jaren dertig de beschikking had over een enorme reeks talenten. Van Lent overleed op 30 januari 1943.

Guus Lodenstijn overtroeft wat leeftijd betreft zijn medeoprichters. De oervader overleed in 1953 en bleef tot de laatste dag een belangrijke rol spelen bij de club.

Geld
Het Duurde tientallen jaren voor de eerste grote successen kwamen. Sterker nog, pas in 1936 promoveerde NEC eindelijk naar Eerste Klasse, destijds het hoogste niveau. Dat NEC zo moeizaam naar de top kroop had veel oorzaken. Maar de allerbelangrijkste was geld. Of liever gezegd, gebrek aan geld. NEC was immers een club van volksjongens. Er waren geen rijke leden die eens een schenking konden doen, het ophoesten van de contributie was vaak al een probleem. Zeker in tijdens van crisis zoals de Eerste Wereldoorlog. NEC beschikte ook niet over de warme contacten met de gemeentebestuurders. Sterker, de leidende figuren in Nijmegen keken nogal neer op NEC. Voor hen telde alleen 'voorname' clubs als Quick, of clubs met een katholieke achtergrond. NEC hoorde in die twee hokjes niet thuis, werd zelfs als een socialistische en ook communistische club afgeschilderd. En vooral door dat stempel leidde de club jarenlang een zwerversbestaan. Een eigen speelveld was er niet. Steeds moest er gezocht worden naar een stekkie. Daardoor waren er bijvoorbeeld nauwelijks inkomsten door recettes.

Nooit Eerste Classer
Pas in het begin van de jaren twintig ging het iets beter. NEC kocht terreinen aan de Hazenkampseweg en had eindelijk de beschikking over een eigen sportpark. Vooral daardoor nam het ledental snel toe en werd NEC steeds populairder. Toch volgden er nog frustrerende jaren. Om in de eerste klasse te komen was het destijds niet genoeg om kampioen van de tweede klasse te worden. Er moesten dan altijd beslissingswedstrijden gespeeld worden. En hoewel NEC in de jaren 1928, 1929, 1931, en 1934 steeds kampioen werd, promoveerde de club niet. 'Nooit Eerste Classer' werd de club dan ook al spottend genoemd. Tot in 1936, toen NEC eindelijk ook de laatste hindernis van de beslissingsduels nam en de Eerste Klasse bereikte.

Gouden Jaren
Meteen na die promotie volgde de periode waarin NEC de grootste sportieve successen beleefde. De vraag blijft daarbij altijd hoe de erelijst van NEC er had uitgezien wanneer de Tweede Wereldoorlog niet was uitgebroken, precies in de fase dat NEC voor het eerst als een echte topclub werd gezien.

Nu behaalde NEC in 1939 de eerste Oostelijke titel en streed vervolgens om de landstitel met de overige vier districtskampioenen. NEC werd derde, achter Ajax en DWS. In de oorlogsjaren was van een normale voetbalcompetitie uiteraard nauwelijks sprake, maar na de bevrijding pakte NEC de draad weer gewoon op. In 1946 werd NEC weer Oostelijke kampioen (zie foto), en in 1947 nog eens een keer. Ook in dat laatste jaar werd NEC weer de derde club van Nederland.

Betaald voetbal
In 1954 werd het betaalde voetbal ingevoerd (zie foto, affiche eerste profwedstrijd) Voor NEC kwam deze invoering eigenlijk net op het verkeerde moment. De club kenden interne problemen, had een paar mindere jaren achter de rug en financieel ging het daardoor niet al te best. Dat bleek wel, want als betaalde club miste NEC de boot aanvankelijk grandioos. Nederland telde ooit meer dan 80 betaalde clubs en de KNVB reorganiseerde zich in de eerste jaren suf om dat aantal terug te krijgen. Telkens werden de competities anders ingedeeld en NEC zakte steeds verder af. Op het nippertje bleef NEC een terugkeer naar de amateurs bespaard. Pas in het begin van de jaren zestig klom NEC weer langzaam omhoog.

Een belangrijke reden daarvoor was dat de gemeente Nijmegen het belang van een betaalde club begon in te zien. NEC kon vanaf 1963 eindelijk rekenen op financiële steun en dat was gelijk te merken. In 1964 promoveerde NEC naar de eerste divisie, drie jaar later bereikte NEC eindelijk de eredivisie.

Volle stadions
Daarna volgden de jaren waar Nijmegenaren nog steeds met weemoed aan terugdenken. De Goffert liep iedere wedstrijd vol. Seizoensgemiddelden van 14.000 toeschouwers waren normaal, er was zelfs een jaar (1970-1971) waarin NEC 18.000 kijkers per wedstrijd haalde. NEC dreef destijds voornamelijk op de geweldige jeugdopleiding en scouting.

Talentvolle spelers werden opgeleid, speelden in het eerste en werden na een aantal jaren voor veel geld verkocht. Frans Thijssen en Jan Peters zijn wat dat betreft wel de bekendste spelers. NEC won weliswaar nooit een prijs, maar telde in die tijd wel echt mee. Maar de eerste tekenen van teruggang kwamen al snel. NEC leefde feitelijk boven zijn stand, kreeg de begroting alleen maar rond door telkens goede spelers te verkopen en natuurlijk een fikse subsidie van de gemeente.

Magere jaren
De degradatie van 1974 was een soort waarschuwing. NEC promoveerde een jaar later wel weer en werd toen ook meteen zevende in de competitie, maar eigenlijk ging het al vanaf het begin van de jaren zeventig fout.

En niemand kon het tij keren. NEC raakte in een spiraal naar beneden. Ieder jaar weer vocht het elftal tegen degradatie, steeds minder toeschouwers kwamen kijken. Toen NEC in 1983 echt degradeerde, werd de club helemaal een soort FC Volendam. Te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet. NEC was telkens een topclub in de eerste divisie of een staartploeg in de eredivisie. Het rijtje is veelzeggend: degradatie in 1983, promotie in 1985, degradatie in 1986, promotie in 1989, degradatie in 1991, promotie in 1994. NEC kwakkelde al die jaren zo erg, dat de club soms bijna was verdwenen. In 1981 kreeg de club alleen nog steun van de gemeente wanneer de prof- en amateur-tak gescheiden zouden worden. In 1987 was de club desondanks failliet. Alleen omdat alle schuldeisers 80 procent van hun vorderingen kwijtscholden bleef NEC bestaan.

De toenmalige voorzitter Henk van de Water richtte destijds bovendien de sponsorclub OSRN op, waardoor NEC een beetje lucht kreeg. Pas halverwege de jaren negentig vond NEC de weg omhoog weer. Drie jaar lang handhaafde de club zich op het nippertje in de eredivisie, maar in 1998 verraste NEC iedereen met een 8-ste plaats. Inmiddels zijn de toekomstperspectieven goed. De toeschouwersaantallen stijgen nog steeds, gaan richting de 10.000 gemiddeld. De sponsorclub groeit telkens uit haar jasje en met het nieuwe stadion kan NEC weer jaren vooruit.

De bekerfinales
Nooit won NEC een echte prijs. Toch haalde de club maar liefst viermaal de bekerfinale. Twee keer was NEC de underdog, maar in 1974 was men juist de torenhoge favoriet. In de Kuip, tegen NAC ging het echter helemaal mis. NEC, met trainer Wiel Coerver en spelers als Jan Peters, Frans Thijssen, Harrie Schellekens, Jan van Deinsen en Cas Janssens maakte de verwachtingen niet waar. Integendeel, door interne problemen was er een ruzieachtige stemming bij de Nijmegenaren en won NAC met 2-0.

In 1983 was het eigenlijk een wonder dat NEC de bekerfinale haalde. De Nijmegenaren degradeerden dat seizoen, maar bereikten, heel moeizaam weliswaar, toch de eindstrijd (zie foto, programmaboekje). Tegenstander was Ajax, dat in twee wedstrijden (de dubbele finale was destijds een experiment) duidelijk beter was. Het werd twee maal 3-1 voor de Amsterdammers.

In 1994 was het alweer opmerkelijk dat NEC in de finale stond. Immers, NEC was een eerste divisieclub. Maar wel een met een heel goed elftal, dat een maand later via de nacompetitie ook zou promoveren. NEC, met spelers als Lok, Hoekman, Van Wonderen, Van der Weerden en de razendsnelle Bennie Dekker, had in de halve finale al verrassend toegeslagen. Ajax werd in de Amsterdamse Meer met 2-1 geklopt. In de Kuip, tegen Feyenoord, was NEC niets minder dan de Rotterdammers. Helaas won Feyenoord toch met 2-1.

In het jaar van het 100-jarig bestaan van de club (2000) bereikt NEC opnieuw de bekerfinale. In de competitie ging het niet al te best, en werd ternauwernood deelname aan de nacompetitie afgewend. De finale tegen Roda JC was voor de 20.000 meegereisde supporters uit Nijmegen min of meer een teleurstelling. NEC verloor kansloos met 2-0. De halve finale (winst na strafschoppen in Alkmaar tegen AZ) was voor vele fans een hoogtepunt.

Nijmegen Europa Cup
In 1983, net in de donkerste periode van de clubgeschiedenis, vond ook een hoogtepunt plaats. NEC speelde Europees, tegen Barcelona nog wel. En dat terwijl NEC op dat moment een middenmoter in de eerste divisie was.

NEC had in het voorjaar de bekerfinale tegen Ajax verloren en degradeerde bovendien naar de eerste divisie. Maar omdat de Amsterdammers ook landskampioen waren geworden, beleefde NEC het unieke feit dat men als eerste divisieclub werd ingeschreven voor het Europacup II-toernooi. Die prestatie is nog nooit herhaald. Niet in Nederland, maar ook niet in Europa.

In de eerste rond van het Europese toernooi versloeg NEC het Noorse Brann Bergen. Een club van niets, maar voor NEC destijds nog een hele kluif. In Nijmegen werd het 1-1, twee weken later scoorde Michel Mommertz in Bergen de winnende treffer.

Toen enkele dagen later geloot werd voor de tweede ronde, stond heel Nijmegen op zijn kop. Barcelona, de club waar destijds Diego Maradonna en Bernd Schuster speelden kwam naar Nijmegen! Beide sterspelers bleken er op 19 oktober door blessures overigens niet bij te zijn. Dat mocht de pret van 25.000 toeschouwers niet drukken. Al helemaal niet omdat NEC door treffers van Anton Janssen en Michel Mommertz zomaar een 2-0 voorsprong nam. Het had een sensatie kunnen worden, maar Barcelona kwam terug en won uiteindelijk zelfs met 3-2. In Barcelona werd het vervolgens een gezapig potje, dat eindigde in 2-0 voor de thuisploeg.

_____________