KLEIN GIJSJE


              Er is een heel klein meisje,
              niet groter dan een spijker.
              Ze noemen haar Klein Gijsje,
              Klein Gijsje met de slijper.

              In 't hartje van de zomer, als 't zonnetje gaat springen
              klimt Klein Gijsje met haar koker, tot waar de duifjes minnen.
              daar kiest z'haar belvédère uit, om heel de dag te slijten,
              en neemt wat kleurtjes uit haar buit, die zij in 't rond wil slijpen.

              Kijk! Die miertjes, druk bewegend,
              slaan hun ogen op ten hemel.
              't Was waarachtig lang geleden,

              dat 't nog kleurtjes had geregend.
              Straten vullen met geprevel,
              Gijsje, kom toch naar beneden.