Groene Wegje


Enige eeuwen geleden werd nog gesproken over "over de Biercaey". Hoe het aan zijn huidige naam is gekomen valt niet met zekerheid te zeggen. Een der oudste adresboeken spreekt van Stille Groeneweg en ook het Korte Groenewegje In 1634 kocht Jacob Ariens van Greenwich, een schuytenvoerder, twee huizen en erven tegenover de Bierkaay. De mogelijkheid is dus groot dat het wegje de naam van deze persoon heeft geërfd. Anderen menen dat de benaming is ontleent aan het landelijk aanzien, versterkt door de overgang naar de Rijswijkse weiden. De grens tussen Den Haag en Rijswijk lag op de hoogte van de Hoefkade. Maar de eerste verklaring ligt voor de hand.

Een, in zijn tijd, bekende Hagenaar, M.Jochems, die destijds in de Gortstraat een bazaar had, trok zich uit het zakenleven terug om in 1907 op het Groenewegje 134 te gaan wonen. Hij voelde veel voor de journalistiek en met enige regelmaat schreef hij ingezonden stukken in het Haagsche Courant. Hij heeft tot zijn dood in 1940 daar gewoond. Te bedenken is, dat hij in zijn tijd drie keer de Wagenbrug heeft zien verbouwen. Zo rond 1860 woonde hier een bekende melkboer, Reigersbergen. s'Morgens vroeg ging hij met zijn koe naar de klanten, melk van een koe, verser was niet mogelijk. Zo liepen ze ook wel met geiten en varkens door de stad.

Die Reigersbergen was een oranjeklant, als leden van het koninkrijkhuis jarig waren was de koe altijd versierd met oranje linten. Hij had een broer die in de Wagenstraat woonde, die verkocht aan de ene kant van het voorhuis ook melk, en aan de andere kant stond de tapkast met Schiedamse produkten.

's-Ochtends marcheerde Reigersbergen met het juk op de schouder met twee emmers volle melk naast zijn koe. Hij was naast melkboer ook sergeant bij de schutterij..