Achterom
Eeuwen oud steegje achter het Buitenhof 

Index

 

 

Deze straat heet zo omdat zij achter Hof en Hofsingel lag.

"Die Hage" is al van oudsher in tweeën verdeeld geweest.

"Werden deselve gescheiden door de Beek, welke uit de duinen haaren
oorsprong nemende en langs de Scheveningschen weg heenen vlietende, haaren loop neemt voorbij de huizen  ten oosten in 't Noordeinde en onder en achter de huizingen van de Hoogstraat en 't Achterom en vervolgens bij 't Sluisken achter de huizen van de Kapels-brugge in de Hofgragt valt, en vandaar door de Hofstraat, Pooten, Blyenburg langs het Bezuidenhout pleegt heen te loopen
".

Het is nauwelijks voor te stellen dat deze beek door die smalle
straatjes is heengegaan en dat daarnaast nog ruimte is overgebleven voor
voetgangers. Rijtuigen hebben er niet kunnen rijden.

In 1526 werd bij de Kapelsbrug (op het Spui tussen Lange Poten en Spuistraat) een tweede vismarkt ingesteld (de eerste was tegenover het. Gouden Hooft) op het erf van de kapel van de H.Maagd Maria. Deze kapel werd dan ook al spoedig de Viskapel genoemd. Die kapel behoorde bij het in 1463 aan het noordelijk
gelegen deel van het Spui bij de Pooten gestichtte klooster St.Maria in
Galilea. Door het toenemen van het verkeer moest de markt in 1574 worden
verplaatst naar de Steenenbrug ter hoogte van de Hout- en Turfmarkt.

In 1587 is deze markt opgeheven en verplaatst naar de Schoolstraat.
In de tweede helft van de 17de eeuw werd de messenmaker Bertrand door
Kardinaal Mazarin om staatkundige redenen, uit Frankrijk verbannen.

Bertrand, die zich hier in deze straat had gevestigd, liet toen een
uithangbord maken, dat aan de ene kant de kardinaal in zijn rode gewaad
vertoonde en aan de andere kant een rode kat. Het onderschrift loog er niet
om en was een rechtstreekse zinspeling op de voorstelling. Het luidde: Aux
deux méchantes bêtes.(aan de twee ondeugende beesten) Dit werd in Frankrijk
bekend. De Franse gezant in Den Haag kreeg toen de opdracht zich namens zijn
regering tot de Staten van Holland te wenden met het verzoek het uithangbord
te verwijderen of de erop aangebrachte voorstelling te wijzigen. Tenslotte
is er genoegen mee genomen dat de afbeelding van de kardinaal zou worden
vervangen door een tweede rode kat; hetgeen is gebeurd. Een opvolger van
Bertrand heeft het bord overgebracht naar Spuistraat 3 (Fa.Bastet)
Aan het eind van de 19de eeuw schreef men het volgende over deze straat:
"Waar het wat louche was en daarom huiveringwekkend interessant met wat
stilletjes bloeiende ontucht
"

Toch moet Den Haag rond de eeuwwisseling zo'n 200 bordelen hebben gehad. Vooral de Bagijnestraat en omgeving genoten wat dat betreft een zekere reputatie evenals veel straten in het havengebied van het Spuikwartier. Voor de bouw van de passage, waaraan van 1882 tot 1885 is gewerkt, liep dit straatje als een lint achter het hof en de Hofgracht naar de Groenmarkt. En sedert 1861 naar de toen aangelegde Gravenstraat. Bij de aanleg van de Hofweg is het Achterom, dat aanvankelijk doorliep tot nabij de Kapelsbrug, ingekort. Te voren was het reeds door de Passage in twee stukken gesplitst. In het begin onderscheidde men Kort-Achterom en Lang-Achterom en het Wij van 't Achterom ofwel de Kulck (kolk) dat laatste was het gedeelte dat ten westen van de Kapelsbrug wijd uitliep. Het is interessant te weten hoe de bewoning van zo'n buurtje is geweest. Begrijpelijk dat er in het begin veel ambachtslieden waren gevestigd. Voor hen was immers werk in de buurt van het Hof en omgeving en ook in de toen nog voorname Spuistraat. In de Spaanse tijd leefden er veel schoenmakers, maar evengoed een metselaar, een bezemmaker, een stoelendraaier en ook een priester. Niet alleen de huizen hadden er merkwaardige namen als;"De Zeehaen" 't Zwijnshooft" "in 't Paradijs"

Wonderlijke namen komt men ook onder die van de bewoners tegen. Zo
was in een huis aan de noordzijde van deze straat een mutsemaker, genaamd
"Adriaen Jacobsz Brandewijnman "